Het Tejaterateljee

Het Tejaterateljee

Interview met Kathleen en Evelyn Nieuwets door Anouck Bleyen.

Welke periode deden jullie Tejaterateljee?

Kathleen: Toen ik begon, was dat samen met Sam, in 2007. Vanaf het stuk 'Gilgamesj' tot nu heb ik de jeugd begeleid.

Evelyn: Ik ben begonnen in 2019 omdat Sam ging stoppen met het Tejaterateljee. Ik kwam toen al op zaterdag geregeld mee. Als familie was het ook ideaal om samen te werken omdat we buiten het toneel veel met elkaar konden bepraten.

Hoe viel dat voor jou mee - in combinatie met werken en gezinsleven?

Ik heb persoonlijk geen last gehad van problemen in verband met het gezinsleven. Het repeteren gebeurde op zaterdag en maar heel zelden doorheen de week. Je moet natuurlijk wel verlof nemen tijdens de kerstvakantie om te repeteren, maar dàt weet je vóór je eraan begint! Omdat er geen repetities zijn door de week, is het leuk dat je tijd hebt om alles in orde te brengen voor zaterdag. Het valt natuurlijk wel moeilijker om een weekendje weg te gaan… Daarom is het zo belangrijk dat je met z'n tweeën de leiding organiseert.

Nu gaan we uitbollen met het Tejaterateljee en de nieuwe ploeg ondersteunen. Als ze vragen hebben over de theaterweekends, als ze inbreng nodig hebben, als ze advies nodig hebben rond de begeleiding van de repetities...

Zou je ons eens wat meer kunnen vertellen over deze theaterweekends?

Elk jaar in november, meestal het tweede weekend, gaan wij met de jongeren naar een vaste plaats voor een weekend vol toneel. Het is daar voornamelijk repeteren, 4 à 5 repetities en een volwaardige doorloop. Er is ook plaats voor ontspanning met een fuif en andere activiteiten. Fijn voor de sfeer en voor de groepsband…

Vroeger was het motto: "What happens in Tongerlo, stays in Tongerlo", maar nu gaan we niet meer naar Tongerlo. Het motto is ook niet meer zo nodig, aangezien onze jeugd veel braver is geworden. Vroeger werden er flessen sterke drank meegesmokkeld, maar dat gebeurt eigenlijk niet meer… Dat is een hele geruststelling voor de komende begeleiders, want je bent nog altijd verantwoordelijk voor andermans kinderen.

Hoe ben je ertoe gekomen om het Tejaterateljee te begeleiden?

Kathleen: De twee stukken voor mij de leiding werd toevertrouwd van "de jeugd", was ik regieassistente. Toen Marc de fakkel doorgaf, hebben ze aan mij en Sam gevraagd of wij de leiding wilden overnemen. Sam en ik waren al jaren aan het stoppen en in 2020 heb ik dan een eigen stuk geregisseerd, namelijk 'Dwazen'. Als regisseur ben je op een heel andere manier gestresseerd dan voor een productiebegeleiding.

Romeo en Julia
Romeo en Julia

Heb je zelf als deelnemer in het Tejaterateljee gezeten?

Evelyn: Ik ben begonnen met het stuk 'Een brood op je hoofd', onder leiding van Marc (Gerards), Caroline (Gerards) en Elke (Lambrechts).
Aanvankelijk viel het voor mij heel moeilijk als Kathleen regieassistente was en ik op het toneel stond. De mogelijke kritiek die de oudere zus zou kunnen geven, zorgde voor extra stress. Ik wou dat mijn zus het écht goed vond! Ik heb het gevoel dat dat bij ieder stuk zo gaat blijven, je wilt het nu eenmaal zo goed mogelijk doen voor elkaar.

Kathleen: Ik was helemaal in de ban van het stuk 'Romeo en Julia'. Ik had aan mijn papa gevraagd om bij het Tejaterateljee te kunnen beginnen. Mijn eerste seizoen was 1999-2000 met als regisseur Roel Vanderstukken. Evelyn en ik hebben nooit samen in het Tejaterateljee gezeten. Thuis was de regel: ieder zijn eigen hobby.

Hoe belangrijk is het Tejaterateljee in jouw ogen voor het KVT / jezelf/ de "jeugd"?

Heel belangrijk! Tejaterateljeeërs die terugkomen naar de volwassenen - dat is uw "eigen kweek". Dàt zijn de mensen die we nodig hebben om het KVT met elke generatie nieuw leven in te blazen.

Het is ook heel belangrijk om het theater populair en toegankelijk te houden voor de jeugd. De laatste jaren valt er minder kuddementaliteit te bespeuren bij onze jongeren. Vroeger werden er vrienden meegenomen naar het KVT, de laatste jaren zien we meer en meer jongeren die alleen naar de repetities komen.

Niet alleen voor het KVT, maar ook voor de jeugd is het Tejaterateljee een toegevoegde waarde. Vanuit het publiek is het gemakkelijk om het eindproduct te zien en te zeggen: "Die is toch niet zo goed…", maar wij hebben die persoon gezien aan het begin van het leerproces. Wij zijn altijd zo trots als we de evolutie zien van elkeen die een seizoen aan theater achter zich heeft gelaten.

Je kent je jeugd, je bouwt een band op, dat zijn "ons joeng".

Voor de overgang naar volwassenstukken is het minder belangrijk. Het is goed dat de jongeren al kennis hebben kunnen maken met de vereniging, maar aan een volwassen stuk werken is een heel andere ervaring.

Kathleen: Ik herken dat bij mezelf. Ik kwam hier binnen en kende niemand. Ik heb me hier heel lang "low profile" gehouden voor ik echt mezelf kon zijn. Ik was dan ook begonnen in een groep vol afzwaaiers.

Peer Gynt
Peer Gynt
Dwazen
Dwazen
Willibald de sterke
Willibald de sterke

Welke toneelstukken zijn u altijd bijgebleven?

Evelyn: Als leiding: 'Peer Gynt', want dat is een mooi stuk. Als jeugd: 'Frankenstein' omdat we dat supergrappig vonden.

Kathleen: Tijdens mijn periode als leiding is 'Dwazen' mij altijd bijgebleven. Het stuk, dat ik zelf regisseerde, was af voor mij persoonlijk. Alles klopte eraan, het decor, de muziek, het was tot in de details uitgewerkt zoals ik het wilde.
Als speler bij de jeugd is het stuk 'Willibald de sterke' mij altijd bijgebleven, want dat is het stuk waar ik mijn man heb leren kennen! 'De golf' vind ik ook één van de betere stukken omdat ik daar de mogelijkheid kreeg om samen met "mijn jeugd" op het podium te kunnen staan.

Eén van de mindere stukken, maar dan vooral qua beleving voor onze jonge ploeg, vond ik 'BANG BANG you're dead'. Reinhilde, de regisseur, focuste zich voornamelijk op de taal en uitspraak. Op een gegeven moment ging het meer daarover dan over het acteren. Dat blijft een heikel punt in het Tejaterateljee, wij zijn geen dictieschool, we hebben te weinig tijd om ons daar écht op toe te spitsen.

Ik denk dat we met het Tejaterateljee nog nooit een kemel hebben geslagen, elk stuk is anders, maar er zijn geen slechte stukken.
Er zijn producties geweest waarvan ik dacht: "Oh nee, wat gaan de mensen daarvan vinden?", maar dan bleek het publiek laaiend enthousiast.

Omschrijf het proces van toneelmaken eens in uw eigen woorden. Hoe beginnen de Tejaterateljeeërs? Hoe gaan de jonge Tejaterateljeeërs om met de tekst? Hoe krijgen jullie ze warm voor die bepaalde rol? Hoe verdelen jullie de rollen? Etc…

Kathleen: Onze jeugd is altijd warm voor een rol, ALTIJD. Deze generatie maakt het niets uit welke rol ze kunnen spelen, als ze maar mogen meedoen… Er zijn jaren geweest waarin jongeren met ruzie zijn vertrokken, maar in de periode dat ik leiding ben, is daar nooit een probleem mee geweest…

Het repetitieproces hangt vaak van regisseur tot regisseur af, sommigen doen veel improvisatie en vertrekken van daaruit. Anderen regisseren zoals bij de volwassenen. Dat verloopt bij de jeugd organischer, ze zijn veel flexibeler. Bvb. als ze zeggen: "We doen van bladzijde 1 tot en met bladzijde 15" - maar ze gaan verder tot bladzijde 25, dan is dat oké.

Evelyn: Soms heb je jeugd die je aan de kant moet nemen en écht in hun rol moet "pushen". Dat is vaak ook bij de volwassenen nog een probleem. In het leren van tekst heeft de jeugd een enorme discipline, ze kennen hun teksten als de besten.

Vroeger dachten we dat het slecht was voor de groepsdynamica als er mensen niet aanwezig waren bij het repeteren van een bepaalde scène. De laatste jaren denken we daar anders over. Wanneer je niet meespeelt in de scène, moet je niet aanwezig zijn op de repetitie. Als je wel komt op de repetitie, moet er gefocust kunnen worden.
De scènes waarin er maar enkele jongeren meespeelden, werden vaak op woensdag gerepeteerd, zodat we op zaterdag tijd hadden voor de scènes met de grote groepen.

Heeft het Tejaterateljee je verder geholpen met je professionele carrière?

Kathleen: Neen, voor mij persoonlijk niet. Sommigen zullen zeggen dat ze nu beter voor een publiek spreken, maar dat is bij mij nog steeds niet het geval. Een toneelpodium is een aparte wereld.

Wat wens je de Tejaterateljeeërs van de toekomst toe?

We wensen de jongeren veel speelplezier. Dat ze mogen genieten van elk moment tijdens de stukken, van elke klap en van elk applaus. Dat ze door meer te leren meer kunnen groeien als acteurs. Dat ze blijven terugkomen naar het KVT en in deze vereniging nog vele jaren mogen doorspelen…

Interview met Marc Gerards

Welke periode deed u Tejaterateljee?

In 1985 ben ik begonnen met de productieleiding van het Tejaterateljee. Ik en Anja Peeters-Saenen hebben gezorgd voor een heropbouw van de jeugdwerking.

Hoe was dit voor u in combinatie met werken en gezinsleven?


De productiebegeleiding van de jongeren vond ik naast zelf acteur zijn, het leukste. De jeugd kwam binnen in het Tejaterateljee vanaf 12 jaar en ze waren ongeveer 6 jaar bij mij. Het pure geluk om deze jonge verlegen mensen te zien uitgroeien tot verrijkte individuen is het mooiste dat ik kon meemaken.
Kathleen en Evelyn waren ooit ook jonge verlegen mensen die het Tejaterateljee binnenkwamen. Tot op heden ben ik nog steeds fier dat ik hen heb mogen begeleiden in hun eerste stapjes binnen het KVT, en dat ik hun nog ieder seizoen mag zien groeien.

Zou je ons eens wat meer kunnen vertellen over deze theaterweekends?

De weekends werden gehouden in Sporta in Tongerlo. We brachten er altijd 2 volledige dagen door. Het motto was "wat er in Tongerlo gebeurd is, blijft in Tongerlo."
Er zijn hevige groepen geweest door de jaren waarin we echt een oogje in het zeil moeten houden.

Het weekend in Tongerlo zorgde voor het versterken van de groepssfeer. Er werd hard gewerkt: om 8u uit de veren, ontbijten en beginnen met de repetities. Er werd één tot anderhalf uur sport en spel georganiseerd maar verder was het REPETEREN!

Zaterdagavond was er een fuif in het thema van het weekend. Deze fuif werd georganiseerd door de 18+ groep.
Op deze fuiven hebben we verkleedpartijen gehad waar de jongens allemaal als vrouwen verkleed waren, veel leuke muziek en goede quizvragen.

Zondag stonden we terug vroeg op en dan werd het volledige stuk doorlopen. De regisseur van dienst ging uiteraard mee op de theaterweekends.

Het Jungle Boek

Hoe bent u begonnen met Tejaterateljee te begeleiden?

Nadat Hans Rock gestopt was kwam de vacature open te staan, ik zat zelf al in het bestuur en kon dit er nog wel bijnemen.

Jungle book is het eerste stuk dat ik heb helpen begeleiden. Het was een stuk dat ik zelf gekozen had. We hebben hier toen een geschikte regisseur voor gezocht, Wannes Vanderstukken.

We waren in deze periode met een 20 tot 25 tal jongeren om en bij de 17 jaar die we allemaal een rol moesten geven in het stuk.

Hebt u zelf ook als leerling in het tejateratlejee gezeten?


Neen, uiteraard niet. Ik ben zelf begonnen met theater op mijn 19 jaar. De toenmalige voorzitter was thuis langs gekomen en vroeg of ik niet in de voetsporen van mijn moeder wilde treden.
Het Tejaterateljee bestond toen nog niet zoals we dat vandaag kennen.

Romeo en Julia

Welke toneelstukken zijn u altijd bijgebleven?

Het stuk dat mij het beste bijgebleven is, is Romeo en Julia. Het was een dubbele versie van katten en mensen die door Ronny Verheyen magnifique ineengestoken was. Ronny had voordien de jeugd van Mortsel geregisseerd en had hieruit veel geleerd in de omgang/repetities met de jongeren.
We stonden toen met bijna 30 jongeren op het toneel! Waarschijnlijk een van de stukken met de meeste mensen op het podium in KVT geschiedenis.
In het begin was het moeilijk om iedereen een aandeel in het stuk te kunnen geven, maar uiteindelijk bleek het een ongehoord succes.

Omschrijf het proces van toneel maken eens in uw eigen woorden. Hoe beginnen de Tejaterateljees? Hoe gaan de jonge Tejaterateljeeërs om met de tekst? Hoe krijgen jullie ze warm voor de rol? Hoe verdelen jullie de rollen? Etc.

Het is bijna altijd de regisseur die een stuk in gedacht had.

Ik kende als begeleider mijn jongeren het allerbeste. Ik wist wie er goed was in lange monologen opvoeren, wie talent had om te zingen…

Bij gevolg werkte ik bij het verdelen van de rollen nauw samen met de regisseur, zodat iedereen een passende rol kreeg in het stuk.

Niet alle jongeren waren even gemotiveerd om een stuk te spelen. In mijn tijd was het een soort taboe onder de (mannelijke) jeugd om bij een toneelvereniging te komen. Een groot deel van de jongeren kwam dus mee naar de vereniging om hun vrienden te steunen. Ze kwamen dan enkele keren maar haakten daarna af.

Als er niet aan een stuk gewerkt werd, dan hield ik de jongeren bezig met spelletjes die betrekking hadden met toneelspelen. "Beeld een zak friet met mayonaise uit" bijvoorbeeld.

Lang geleden had ik een boek gevonden in de bibliotheek "hoe jeugd bezig te houden" van een man die zelf bij een jeugdbeweging gezeten had. Uit dit boek heb ik toen veel van de spelletjes gehaald.


Als begeleider wilde ik er zijn om de problemen op te lossen en te praten met de jongeren, toch wilde ik een professionele afstand bewaren. Ik heb persoonlijk het gevoel dat dit geholpen heeft om deze rol 17 jaar vol te houden.
Na al die jaren kreeg ik het gevoel dat ik niet meer mee kon met wat er onder de jeugd speelde. Ik ben een jongere opvolger gaan zoeken aan wie ik de jongeren met een gerust hart kon doorgeven.

Wat wens je de Tejaterateljeeërs van de toekomst toe?

Ik wens de volgende generatie Tejaterateljee begeleiders het allerbeste toe. Ik hoop dat ze het goed gaan volbrengen.