Bij ons zit je goed!

BIJ ONS ZIT JE GOED !

Door Jeffrey Sprockeels

'Bij ons zit je goed 'is al jarenlang het motto waaronder het Koninklijk Vlaams Toneel haar talloze kijkers en sympathisanten aangenaam weet te vergasten.

Eigenlijk bedoelt men daar een beetje mee dat het répertoire - de keuze en de aard van de stukken - én de kwaliteit van de regie en zeker het spel van de acteurs, authentiek en prettig toneelgenoegen waarborgen voor de toeschouwers. Ook dat 'zit goed '.

Maar de slogan impliceert zeker ook dat theaterliefhebbers bij het KVT letterlijk 'goed zitten '.

Inderdaad, weinig theaters te lande bieden zo 'n comfortabele en stemmige toneelzaal mét cafetaria aan dan het KVT.

Eigenaar van globale toneelinfrastructuur.....

Het KVT is met haar 175-jarige bestaan niet alleen de langst spelende toneelvereniging te lande, maar waarschijnlijk een van de schaarse verenigingen die volledig eigenaar is van de onroerende en roerende infrastructuur, die nodig is om zowat vijf producties (meer dan dertig vertoningen !) per jaar te realiseren en meer dan zevenduizend toeschouwers per seizoen goed toneel te bieden.

Heden ten dage, na 175 jaar, beschikt de rechtspersoon 'Vereniging Zonder Winstoogmerk Koninklijk Vlaams Toneel '('vzw KVT ': Belgisch Staatsblad 15 07 1976) aan de Nijverheidslaan 16 te Diest over een erg comfortabele toneelzaal.

Aanvankelijk waren er 154 zitplaatsen, enkele jaren later al kwam er een rijtje bij en werden het er 169 en nog een paar jaar later uiteindelijk 174. De zaal beschikt ook over de beste audio-visuele en belichtingstechnieken. Ook verwarming en verluchting van de zaal worden optimaal geregeld.

Daarnaast is er een zeer ruime en gemoedelijke cafetaria, om voor en na de vertoning én tijdens de pauze, een goede babbel met een lekker drankje mogelijk te maken. Bij tijd en wijle kan de KVT-bar trouwens ook gebruikt worden voor feestjes binnen de vereniging.

Op de eerste verdieping vinden we dan weer een grote ruimte dienstig voor schminken, omkleden en zelfs repeteren. Ook bevinden zich daar ruime kasten voor documentatie en archiefstukken van het gezelschap.

Ook rond het parking-gebeuren werden er passende afspraken gemaakt met de belendende eigenaar, zodat ook de auto stallen voor vele kijklustigen echt gemakkelijk is.

Daarnaast is de vzw KVT ook eigenaar van een grote ruimte - 1000 vierkante meter ! - in de Diestse Bevrijdingsstraat. Wie daar binnentreedt doet dat eigenlijk als in een soort grot van Ali Baba: duizenden kostuums, talloze meubelstukken en ornamenten, handige standaardpanelen en andere decor-attributen en zoveel meer staat, hangt of ligt er gestapeld. Bovendien is er ook een professioneel uitgeruste schrijnwerkerij.

In dit 'atelier'of 'magazijn'worden uiteraard ook repetities gehouden.

Terecht kan men het volle bezit van zulk patrimonium als een luxe-situatie voor een theatergezelschap bestempelen. Alleen al de zekerheid hebben dat men, hoe dan ook en ten allen tijde, over geschikte toneelruimten ongeremd kan beschikken, is voor haast alle actieve toneelgroepen een natte wensdroom.... Die verzuchting heeft het KVT dus wél gerealiseerd!

Hallezaal, Casino, cultuurcentrum begijnhof.....

U weet reeds dat het Vlaams Toneel (Koninklijk sedert 1920 !) sedert het ontstaan speelde in de Hallezaal en zowat een eeuw geleden verhuisde naar de feestzaal van café Casino op de Grote Markt, waar het schitterende avonden bracht tot het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw. In mei 1971 werd het stuk 'Met dertien aan tafel 'nog gespeeld maar nadien besloot het gezelschap de Casino niet langer voor toneel te gebruiken.

Vrij vlug (1972) vond het KVT een geschikte locatie op het Diesterse begijnhof, in het stedelijk 'cultuurcentrum'. De 'theatrale'mogelijkheden waren daar wel wat beperkt qua decors en belichting; de zaal was echt ouderwets met kramikkelige klapstoelen, het podium was aan de kleine kant en de trap naar de bar en het toneelzaaltje zelfs 'levensgevaarlijk'.

Maar er werden daar onder het enthousiaste voorzitterschap van wijlen Louis Bondroit en de jonge ondervoorzitter John Seré gedurende vele seizoenen (van 1972 met 'Voorlopig Vonnis' tot 1984 met 'Vrouwen geen probleem') toch heel wat mooie producties ten tonele gebracht. Het KVT hervond daar eigenlijk zijn (zoveelste) adem, zeker artistiek met kamertoneel tot 'boulevardiers', drama en volkse stukken maar immer met goede speelkwaliteit. Geregeld werd er dan ook beroep gedaan op professionele regisseurs, om het beste toneel te kunnen aanbieden. Het gezelschap beleefde er oneindig veel plezierige avonden en stukken als onder meer 'Slisse en César', 'Boeing Boeing.', 'Slippers', ' The Good Old Days'en 'De Gijzelaar '(eerste regie van huisregisseur Wannes Vanderstukken) 'gelden nog altijd als haast iconische KVT-topstukken.

Lakenhalle zicht op scene
Lakenhalle zicht op scene
Publiek in Casino
Publiek in Casino
Zaaltje Begijnhof
Zaaltje Begijnhof

Verplichte verhuis.....

Maar het zaaltje met gezellige bar en toebehoren is eigendom van de stad Diest en het stadsbestuur gaf architect Louis Bondroit - toevallig een naamgenoot van de KVT-voorzitter - rond 1980 opdracht om op het begijnhof een heus cultureel centrum te realiseren. En zo geschiedde, maar voor het KVT zou de nieuwe infrastructuur van het centrum weinig soelaas bieden want voor een constant gebruik voor amateurtheater was er geen ruimte meer. Dus, uitkijken naar een andere zaal?

Twee grote problemen: waar naartoe en wat kost dat?

John Seré, die eigenlijk als 'handige Harry'- en in een vroeger leven ook DJ en dancing-uitbater - initieel voor 'klank en licht' bij het KVT was verzeild - na verleiding door een paar KVT'ers én enkele 'Carlsbergs' in een café op de markt - werd snel ondervoorzitter.

En hoewel John toen zeker geen theaterkenner was had hij al vlug door dat het KVT een gezelschap was dat artistiek en toneelmatig veel potentie had, maar in verdere ambities sterk beperkt moest blijven door de toch wat schamele toneelmogelijkheden op het Begijnhof. Die situatie bood te weinig perspectief voor de ontwikkeling naar een echt bloeiend amateurgezelschap, wat alle KVT 'ers toch erg graag wilden.

John dacht in die zin dan wat 'commerciëler', goed wetende dat je over een ruimere theaterzaal moet kunnen beschikken met veel comfortabele zitplaatsen, een leuke drankgelegenheid en makkelijk bereikbaar.

'Elk nadeel hep se foordeel 'orakelde ooit voetbalicoon Johan Cruyff....

Zo ook noopte de gedwongen verhuis van het KVT uit het Begijnhof het KVT-bestuur tot serieuze prospectie naar andere locaties. En zo geschiedde.......wat uiteindelijk ten goede kwam aan de wat ambitieuzere visie van een jonge ondervoorzitter om het KVT een eigentijdser en ruimer perspectief te bieden en...hij kreeg het bestuur mee!

Onder de bedachtzame leiding van voorzitter Louis en de ondernemende inzet van ondervoorzitter John én hun bestuur werd er eerst aan gedacht de kas al te spijzen, nog in de 'begijnhoftijd'.

Door haar kwaliteitsvolle producties was het KVT er in geslaagd zich op de lijst van theatergezelschappen te plaatsen die, met flinke subsidies van de overheid, gastvoorstellingen op de meest diverse plaatsen in Vlaanderen mochten gaan spelen. Op die lijst stonden wel maar twee amateurgezelschappen....Het KVT trok dan ook lustig rond met een tweede versie van 'Voorlopig Vonnis 'en met 'Slippers'en bracht zo flink wat geld in het laadje. Ook werd voor de lieve centjes een 'giga'-revue 'The good old days', in de trant van een populair Brits programma, op de planken gezet.

Van mayonaise naar spektakel......

Intussen werd er uiteraard vlijtig gezocht naar een nieuwere en ruimere toneelzaal en een tijdje werd er zelfs gespeeld met de gedachte om een theaterproject te ontwikkelen in een oude school aan de Peetersstraat in Diest, of in het oude Gasthuis.....

Echter, aan de Diestse Nijverheidslaan, op de huidige plaats van KVT-theater, bevonden zich tot begin van de jaren tachtig van vorige eeuw magazijnen van de firma Van de Moortele. Deze werden verbouwd om er een bioscoopcomplex, onder de naam van NV Studio Diest uit te baten.

Architect Ronny Exelmans ontwierp uiteindelijk het ganse, thans bestaande complex. Echter, er waren initieel maar twee cinemazalen en John kende de uitbaters ervan......

Zouden met die eigenaars geen interessante afspraken kunnen gemaakt worden.? Een duo van comfortabele bioscoop én theater op één goed gelegen locatie? Toch 'win-win'?

Na onderhandelingen kwam men tot een deal: de exploitanten van de bioscoop zouden er een derde zaal bijbouwen voor cinéma én toneel, met bijhorend cafetaria. Het KVT huurde dan deze zaal voor repetities en vertoningen maar diende wel zelf het podium en bijhorende toneelinfrastructuur te bouwen. Er kon dan enkel cinéma gespeeld worden als het KVT de zaal niet benutte.

De financiering voor dit KVT-project gebeurde vooral op basis van een fundraising bij de vele getrouwe KVT-sympathisanten.

Op 19 oktober 1984 speelde het KVT dan ook haar eerste toneelklepper op een spiksplinternieuw podium: 'Pygmalion' (musicall 'My fair Lady') van GB Shaw, onder regie van Pol Stabel en met Martine Fabré in haar glansrol als Elisa Doolittle en wijlen Karel Tosseyn als haar antipode. En men dacht toen dat men echt 'goed zat '….

Er kwamen echter al vrij vlug haast onvermijdelijke strubbelingen met de eigenaars van Studio Diest, vooral door interne problemen bij die exploitanten zelf. Hun NV bestond op basis van een aandelenpakket.

Na allerlei peripetiën bood zich in 1986 de kans aan om iets meer dan de helft van dat pakket aandelen te verwerven en dus co-eigenaar te worden. Meerdere KVT-sympathisanten, waaronder ook nijveraar Albert Vanaudenhove, steracteur en inspirerende kracht bij het KVT en de vzw KVT zelf, waren bereid dat aandelenpakket ten bate van het KVT aan te kopen; in wezen belangloos. Wel diende voornoemde Albert zich daartoe naar een heel speciale plaats te begeven om die deal met één der eigenaars te onderhandelen: de gevangenis van Leuven. Maar het lukte, de Naamloze Venootschap 'Groep KVT 'werd dan kort daarna opgericht via de studie van notaris Michel Brandhof. De 'vzw KVT 'werd dan quasi 'pro deo' gebruiker van de eigendom van de NV 'Groep KVT'' en aldus zat het theatergezelschap weer voor jaren goed en gerust.

De NV Studio Diest bleef als bioscoopuitbater trouwens ook aan de slag.

Dan maar beter eigenaar !

Zowat een dik decennium bleef deze toestand zo: toneel bij het KVT en film bij Studio Diest.

'Studio's Leuven' baatte echter een heel cinemaconcern uit, onder de famillie Rastelli, en deze toonde belangstelling voor de aandelenportefeuilles van de twee exploitanten. Dat was in 1999.

Al de aandelen werden door beide exploitanten verkocht aan de 'Studio's Leuven' en deze groep bleef de cinéma te Diest nog 10 jaren uitbaten. De vzw KVT werd in die periode dan weer huurder en het contract werd door alle partijen correct nageleefd. John Seré werd trouwens ook betrokken bij de bioscoopuitbating.

In 2009 echter overleed de uitbater Jan Rastelli en werd het patrimonium van het concern te Diest verkocht:zes zalen aan de NV Karteria maar aan de vzw KVT de toneelzaal met cafetaria en de polyvalente ruimte op de verdieping, plus de inboedel.

Het KVT had intussen wel een aardig potje opgespaard en kon gunstig lenen bij bank Belfius zodat de vereniging na aflossing van haar lening na 2026 geen schuld meer moet boeken.

Met de aankoopprijs die toen betaald werd kan je thans een bescheiden huis kopen. Ook bij deze was Michel Brandhof de instruerende notaris.

Het KVT-bestuur, gans het gezelschap en vele sympathisanten stonden dan ook altijd graag en loyaal achter voorzitters Louis Bondroit en John Seré. John volgde wijlen Louis op in 1990 als KVT-voorzitter en nam doorgaans het voortouw bij al deze patrimoniale realisaties.

Sedert die aankoop prijkt op het theatergedeelte van het complex aan de Nijverheidslaan te Diest dan ook terecht het bord 'KVT-THEATER'. Het andere gedeelte van het complex heet dan weer 'Karteria Dansstudio'. De parkeerfaciliteiten rond het ganse complex blijven gemeenschappelijk.

De vzw KVT investeerde, vooral in de recentere jaren, ook ten volle in het meest 'up to date 'materiaal voor scènebelichting en geluidsapparatuur, in verluchting, zaalcomfort en cafetariafaciliteiten, kortom in alles wat er voor de toneelliefhebber moet voor zorgen dat zij of hij 'goed zit '!

Vernieuwing bar
Vernieuwing bar
Vernieuwing veranda
Vernieuwing veranda

Van de Shoe Post naar de grot van Alibaba.....

Maar om theaterproducties te realiseren (vijf per seizoen !) heb je niet alleen een podium, zitjes en een bar nodig, maar evengoed faciliteiten voor decorbouw, repetie- en magazijnruimte....en ook daar weer toont de KVT- voorzitter met zijn bestuur stevige ambities....

Zonder fraai decor toneel spelen op het mooiste podium, is als een pint zonder schuim: er moet een mooie achtergrond zijn om sfeervol allure te geven aan het vertoonde schouwspel.

De decorploeg van het KVT, met thans legendarisch geworden helpers als wijlen Jean 'van 't stadhuis', Willy, Denis, Jef en anderen, met ook John en (thans nog) Eddy Deweirdt en co., had al meerdere jaren prachtig werk geleverd, ook dankzij veel 'plantrekkerij ' en wat 'kunst- en vliegwerk ', zeker op het Begijnhof. Maar hogere theaterambities vergen ook meer kwalitatieve decorafwerking en -opstelling. En dat vergt naast veel handwerk ook de nodige stapelruimte voor allerlei materiaal én een werkatelier.

De decorploeg behielp zich dan wel met veel goede wil en improvisatielust, maar gemakkelijk was anders.

Gelukkig was er weer schoeiselnijveraar Albert Vanaudenhove die intussen zijn acteurmicrobes gul had overgedragen aan dochter Claire en meerdere kleinkinderen en verwanten. De NV Euro Shoe Unie (beter bekend als de 'Shoe Post') had ergens nog wel wat vrijstaande bedrijfsruimte en stelde deze graag belangloos ter beschikking van het KVT. Dat bleef zo tot de zomer van 2010.

Meerdere seizoenen konden de toeschouwers in de zaal decors bewonderen die van 'de Shoe Post' voor definieve afwerking naar het KVT-Theater werden getransporteerd.

Maar de gebouwen van de NV Euro Shoe Unie zouden voorgoed verdwijnen voor de huidige Ezeldijk-site aan de Omer Vanaudenhovelaan. Dus....een probleem.

Definief eigenaar !

In 2010 kwam de voorzitter echter te weten dat de familie Winand- Meelberghs,die de garage 'Renault'uitbaatte op de E. Robeynslaan, in de belendende Bevrijdingsstraat een grote ruimte van wel 1000 vierkante meter te koop stelde. Ideaal voor atelier, magazijn en extra repetitieruimte !

Het bestuur ging kijken, de centen werden geteld en een gunstige lening, ook met verval in 2026, werd bij Belfius aangegaan en aldus werd het gebouw gekocht. Voor de prijs koop je thans nog een bescheiden woning. En zo werd de vzw KVT, via instruerend notaris Brandhof, ook eigenaar van een polyvalent pand in de Bevrijdingsstraat in Diest.

Het gebouw staat thans gevuld met talloze variabele standaardpanelen en deurelementen, die naar gelang de behoeften handig in elkaar kunnen gezet worden. Na de decorwensen voor een toneelstuk van de regisseur aanhoord te hebben, zal de decorploeg dan een 'pré-decor'op dezelfde grootte bouwen als de definitieve versie, die op het toneelpodium terecht komt. Dat neemt circa 350 vierkante meter in beslag.

Uiteraard dient de decorploeg daartoe ook over een professionele schrijnwerkerij te beschikken. Men tracht de decorpanelen dan ook zoveel mogelijk klaar te stomen voor het transport naar het theater en dan de eigenlijke opstelling op het echte podium uit te voeren. Eens daar opgesteld doet de decorploeg dan de afwerking en de laatste opsmuk, behang, verfwerk, sfeerelementen …, zodat de scène klaar staat voor de laatste repetities en uiteraard de vertoningen.

In het magazijn hangen ook niet minder dan 10 000 kostuums! Deze 'garde robe' (circa op 150 vierkante meter) omvat onder meer genoeg uniformen van allerlei slag om er vier bataljons mee uit te rusten maar ook heel veel kledij die al lang uit de mode is, historisch getint, of eigenaardig van snit, maar toneelmatig wel nog interessant blijft. Er hangen ook veel 'tenues ', vooral voor zogenaamde 'kostuumstukken', die nog zelf door KVT-dames - waaronder Maria Brams 'the leading lady' is - gemaakt werden. Al deze kostuums worden goed verzorgd en er zijn ook andere toneelgezelschappen die met regelmaat kostuums van het KVT voor hun eigen producties ontlenen.

In dezelfde orde liggen, staan of hangen in het magazijn ook ontelbare zogenaamde inspeciënten of toneelattributen als nepwapens, eetserviezen, tapijten, vazen, postuurkes, schilderijen, lampen en nepplanten of alles wat maar op een toneelpodium ooit eens kan terechtkomen.

Er was ooit een tijd dat het KVT voor de meubels op het decor beroep deed op lokale meubelhandelaars die dan tijdelijk hun meubels voor een bepaald stuk uitleenden. Maar dat was niet altijd batig voor die handelaars en er was ook wel eens risico voor beschadiging. Daarom heeft het KVT thans zelf haar vrij uitgebreid meubelmagazijn en moet de vereniging nog maar sporadisch meubelen gaan lenen.

Dat alles neemt ook zowat 250 vierkante meter in beslag zodat er nog een identieke ruimte voor repetities kan benut worden.

Koken kost geld....

Niet alleen voor culinair maar ook voor cultureel plezier.....

De vzw KVT mag prat gaan op de eigendom van een onroerend patrimonium, dat thans een flinke verkoopwaarde heeft....dat is een stevig vermogen geworden, als men weet dat zowat veertig jaar geleden het gezelschap nog enkel over wat 'kasgeld' beschikte.

Dat vermogen werd eigenlijk vooral uitgebouwd door de loutere werking van het KVT-gezelschap zelf.

In die vier decennia werden per seizoen doorgaans vier gewone theaterproducties plus een productie met vertoningen van het 'Tejaterateljee' voor jongeren op de planken gezet. Dat maakt dat in die periode de toneelmaatschappij meer dan 200 kwaliteitsvolle vertoningen aan het publiek kon aanbieden, een formidabele culturele prestatie voor een 'amateur' theatergezelschap, en dan wel voor een publiek uit de ruime regio rond Diest.

Het hallucinante aantal van meer dan een kwart miljoen toeschouwers vulde dus in al die tijd de zaalén....spijsde de kas!

En als alle accommodatie in orde is en er geld in de kas is dan komt de productie 'ten tonele". Wat daar bij nodig is kan je lezen in het artikel-interview met secretaris Gery Spirinckx.

Afgebroken zaal
Afgebroken zaal
Nieuwe inrichting
Nieuwe inrichting

Pandemie.....

De corona-pandemie van 2020 en volgende jaren was vanzelfsprekend dramatisch, zeker voor de cultuur- en evenementensector. In die jaren slaagde het KVT met heel veel moeite en inzet er toch in enkele producties zoals 'Oud Papier ', Pikant is Plezant 'en 'De konijnenpijp 'op de planken te brengen, maar met heel veel beperkingen. Wel met veel dankbaarheid en waardering van dezen, die dubbel genoten van eens aangenaam onder het juk van 'lock downs' en andere 'quarantaines' weg te kunnen dromen bij goed toneel.

De 'Nestor' onder onze acteurs, Marcel Van Passel, schitterde op gezegende leeftijd tussen het 'oud papier 'en ook Martine Fabré 'overleefde 'haar rollen met verve in twee van die 'corona-stukken'...nochtans allebei van de categorie 'kwetsbare senioren'....

Zo was er een sluitingsuur, toneelkijken en een drankje nuttigen moest in 'bubbels', alles moest met mondmasker en men eiste vaccinatiebewijzen.

Ook dan weer lieten de voorzitter en zijn moedig bestuur het hoofd niet hangen en was het KVT een van de schaarse regionale verenigingen die nog publieke vertoningen durfde te organiseren. Maar vaste en variabele kosten bleven te betalen doch de inkomsten werden erg beperkt.

Vooral de vaste kosten als verwarming, leningslasten, verzekeringen, belastingen en dergelijke drukten zwaar op de theaterkas. Bovendien had het KVT kort voor de pandemie nog flink geïnvesteerd in nieuwe zetels …..niet vermoedend dat een stom virus een hele financiële planning zou dwarsbomen.

Gelukkig was de bank Belfius bereid een kleine overbruggingslening toe te staan en verleende het Schepencollege van Diest, met Burgemeester C. De Graef en Schepen voor cultuur G. Cluckers, ook aan het KVT een gulle 'corona-subsidie', in haar beleid om degelijke, stedelijke culturele verenigingen toch de kans te bieden de coronacrisis te overleven.

Om de kas nog wat extra te spijzen, zeker in het vooruitzicht van het jubileumseizoen 2023-2024, richtte het KVT met plezier de 'Club 1848 'op, naar dat gezegende jaar waarin het Vlaams Toneel onstond. Elke sympathisant kon er lid van worden voor 125 euro. Een voorkeurbehandeling bij heel wat KVT-evenementen staat daar dan tegenover.

En ook de voor goede projecten bestemde 'Stichting Omer Vanaudenhove ', genaamd naar de Diestse liberale Minister van Staat en Burggraaf, deed wel eens een duit in het zakje.

Met een 175 - jarig jubileum in het achterhoofd zet het KVT zich dan ook dubbel schrap om van dat jaar een 'toneelknaller 'te maken waar men dan weer jaren kan op teren.

In die zin blijft dat toch al 'oude 'theatergezelschap altijd jong en innoverend.

Het KVT mag men gerust een vereniging die 'goed zit' noemen: beschikken over een stevig patrimonium voor theater, met al de nodige technische faciliteiten, biedt zekerheid en geruststelling dat goede producties kunnen opgevoerd worden in de voor acteurs en toeschouwers meest comfortabele omstandigheden.