Guy Vandermeulen - Een levend archief

Guy Vandermeulen - Een levend archief

Guy is met Gery Spirinckx de auteur van het lijvige en rijk geïllustreerde boek, 'Een andere Wereld. 150 jaar KVT Diest in Woord en Beeld'. Kenners spreken van het fameuze 'blauweboek.' Guy is nog altijd erg sportief, haalt wekelijks zijn kilometers - met een gewone fiets uiteraard. Hij is het oudste lid van onze vereniging: 88 jaar jong, met de vurigheid van een jeune premier. Hij is een echte spraakwaterval, een geboren verteller. "Marcel, zeg op tijd wanneer ik moet stoppen." En inderdaad, we zouden uren kunnen doorgaan en staan versteld van zijn fenomenale geheugen.

Lid zijn noodzakelijk

Mijn ouders hebben weliswaar zelf nooit gespeeld, maar mijn moeder en haar zuster, tante Fien, waren echte toneelliefhebbers. Vanaf 12 jaar mocht ik meegaan. Je moet weten, in die tijd was je verplicht lid te zijn van een vereniging. Elk jaar kwam men aan de deur om het lidgeld op te halen en je werd verwittigd wanneer er een voorstelling gepland was. Dat betekende niet dat men zo maar, zelfs met een abonnement, toegang kreeg tot de Casino. Wou je als lid gaan kijken, dan moest je in de Sociëteit (nu de Gulden Boom), enkele dagen voordien in de rij gaan staan, want dan werden de zitplaatsen per loting aangeduid. Je had niet altijd dezelfde plaats - ofwel zat je parterre, ofwel aan de zijkanten of boven. Van 'de uil' spreek ik niet, want die werd alleen in gebruik genomen bij cinemavoorstellingen. Je zag daar bijna nooit ander volk dan de eigen leden. Er werd twee keer gespeeld en telkens zat de zaal eivol. Ik heb met mijn moeder en tante Fien heel wat voorstellingen gezien, vanaf mijn twaalfde tot mijn zeventiende.

Er was altijd een heel lange pauze. Je had wel het café van de Casino, maar daar kon je vanzelfsprekend moeilijk aan een pint geraken. Gelukkig waren er op de Markt cafés in overvloed. Toen we 16, 17 jaar waren, zeiden we dat we ergens anders iets gingen drinken en zochten dan een zaak uit, waar een biljart of een kickertafel stond. We amuseerden ons rot, tot de kerel met de grote bel beneden aan de trappen verscheen en iedereen verwittigde dat men weer ging beginnen. Je kan je voorstellen dat ook dàt zijn tijd nodig had om iedereen opnieuw te laten plaatsnemen. Nu, niemand maalde daarom! Noem het een Diestse gewoonte! Naar verluidt zou de vertoning aanvangen om 20u, maar dat bleek telkens een half uur later te zijn.

Repetities

Repeteren in de Casino ging ook niet, omdat meerdere verenigingen van die zaal gebruik wilden maken. Je had het 'KVT', dat (zonder chauvinistisch te zijn) de meest respectabele groep was. Verder waren er 'De Ware Vrienden' en 'De Vreugd des Winters'. Ze hadden allemaal een grote aanhang, allemaal van liberale signatuur. De opvoeringen gebeurden telkens in de Casino. Vandaar dat er repeteren echt onmogelijk was! In 'La Sociëté de Lecture' waren de intellectuele liberalen gevestigd. Ze hadden daar een bibliotheek en kwamen er regelmatig bijeen. Op de eerste verdieping repeteerde men. De luxe om enkele dagen voordien het decor op te bouwen, zoals dat nu het geval is, was onbestaande.

Repertoire

Na de oorlog werd de zoon van voorzitter Jean Daems, Armand, de eerste regisseur. Onder de leiding van deze erudiete man werden heel wat 'serieuze' stukken geprogrammeerd. Minstens één keer per jaar werd naar een klucht of een komedie in het Diestse dialect gegrepen. Bij de andere groepen was eerder de muziek aan de orde. 'De Vreugd de Winters'was een respectabele vereniging met een enorm aantal aanhangers, allen liefhebbers van operettes.

'De Ware Vrienden' scheurden in 1935 af. De spelleiding was in handen van iemand uit de groep. Het 'KVT' opteerde als eerste voor beroepsregisseurs.

Onze passage bij het KVT begon in de jaren vijftig. Wij zaten immers op het atheneum en speelden schooltoneel bij Frans Saenen, een ongelooflijk sterke persoonlijkheid. Ook Fernand Bekaert, leraar Nederlands, was bezield door toneel en zijn leerlingen speelden hoogwaardige stukken. Ik herinner me dat ik, als 15-16-jarige, in het Openluchttheater op de Warande meespeelde in een stuk van Molière. Ik ben klein van gestalte en je kan je voorstellen dat - toen de koffer met kleren uit Antwerpen toekwam - de kleedsters veel werk hadden om mijn kostuum te laten passen. In dat openluchttheater zag men mij niet staan en ik besloot dus veel lawaai te maken, zodat men mij zou opmerken (lacht). Jos Wellens, Romain Van Caillie en ik zijn daarna naar het KVT gegaan. Het werd voor mij een korte carrière. Romain is na de humaniora blijven spelen, Jos ging naar de universiteit en ik naar de Militaire School. Door tijdsgebrek kon ik me niet langer inzetten voor de vereniging.

Pluk de dag
Pluk de dag 1945

Gebrek aan toneelspeelsters

Bij de Cleynaertskring, vanaf 1870 de katholieke tegenhanger van het KVT, werden de vrouwenrollen door mannen gespeeld. Tot 1935 beschikte ook onze vereniging niet over toneelspeelsters en engageerde men noodgedwongen beroepsactrices.

Werken met een beroepsactrice was evenwel een hele onderneming. Zij bracht haar kostumering zelf mee in koffers. Vaak arriveerde ze pas 's middags voor de voorstelling en maakte dan kennis met de medespelers. Zijzelf had die rol al verschillende keren bij andere verenigingen gespeeld, kende dus de tekst en steunde op haar professionele ervaring. Maar… och arme, haar tegenspeler. Voor hem werd het nerveus afwachten tot de dame de dag van de voorstelling verscheen. Er werden dan snel enkele afspraken gemaakt en 'de algemene repetitie' zat erop. Het was voor de acteurs dan ook een hele opgave diezelfde avond de actrice gepast weerwerk te geven. Er waren meestal twee voorstellingen op een weekend, zodat logement, eten en prestatie door het KVT moesten gedragen worden.

Het is de verdienste van toenmalig voorzitter Jean Daems dat later toch enkele dames hun entree maakten (o.a. Hermine Maes, Jeanne De Schrijver en Mariette Van Schoubroeck).

Pygmalion 1946
Pygmalion 1946

In het seizoen 1946-1947 werd 'Pygmalion' een reuzesucces. Albert Vanaudenhove speelde de rol van professor Higgens, maar voor de moeilijke en zware rol van Elisa werd toch nog een beroep gedaan op een beroepsactrice, namelijk Nini Logman. Zij was ook al jaren voordien in onze vereniging actief (o.a. in 'K.Z.25', geschreven door stadsgenoot Frans Demers). Bekendste figuren in het KVT van toen waren Alfred Arkesteyn en Lowieke Knapen ("Als die mannen spelen, komen we zien!").

Televisie

De televisie ontpopte zich vanzelfsprekend tot een moordende concurrent. Niet alleen het theater maar ook de cinema deelde in de klappen. Het aantal toeschouwers slonk drastisch. Het verenigingsleven tout court had praktisch opgehouden te bestaan.

'De Ware Vrienden' was één van de eerste groepen die sneuvelde. Dat gezelschap, dat de hoofdrollen in hun operettes niet met eigen spelers kon bezetten, huurde noodgedwongen acteurs in, wat op de duur voor financiële problemen zorgde.

Het KVT bleef lang overeind, maar uiteindelijk zette ook hier de teloorgang zich in. De mot zat erin: halve zalen, onvoldoende leden. Het is de grote verdienste van hoofdonderwijzer Frans Alberty, die later voorzitter zou worden, dat hij bepaalde jongeren warm kon maken om de planken te betreden.

Ondertussen werd er gezocht naar een nieuwe locatie. De bestuursleden van de verschillende gezelschappen staken de koppen bij elkaar. Rechtover de huidige 'Uilenspiegel', in de Peetersstraat, stond toen de Gemeentelijke School. Plannen werden gemaakt om al die groepen daar te huisvesten. Het was een ideale plaats geweest, maar het kwam nooit in orde - en zo is het KVT op het Begijnhof kamertoneel gaan spelen.

Zelf op de planken?

In 1985 vierde ik nog mijn "comeback" in 'Thuis'. Ik kreeg in dat stuk, geschreven door Hugo Claus, de grote rol van de vader. Ik merkte toen hoe zwaar het was om te repeteren en te acteren - in combinatie met het werk. Ik hield het de volgende jaren dan ook wijselijk bij enkele kleine rollen. (lacht) Zoals in 'De muizenval', 'Paljaske en al zijn meesters', 'August, August', 'De nacht van de 16de januari'… Ik ben me meer gaan toeleggen op archiefwerk. (Guy haalt zijn "blauwe boek" te voorschijn.) Het puilt uit van foto's, nota's en krantenknipsels. Materiaal om nog een aantal boeken, maar vooral gesprekken, mee te vullen!

We zijn heel blij dat Guy zich daar al die jaren mee heeft beziggehouden en dat hij met veel enthousiasme die kennis wil doorgeven. Bedankt, Guy!

"Graag gedaan!" en lenig als een jonge hinde springt hij op zijn fiets.

Thuis
Thuis 1986

Door Marcel Van Passel