Dulce est DECORUM... theatro nostrum

Dulce est DECORUM... theatro nostrum:

door Jeffrey Sprockeels

Als je naar een stuk gaat kijken als 'Deurdedeurdeur', kan je moeilijk anders verwachten dan dat de achtergrond van het toneelgebeuren op het podium een gewrocht moet zijn vol met planken, panelen en andere deuren. Met andere woorden: een constructie solide en stevig genoeg om de fratsen, kunsten en andere stoten van de acteurs te trotseren! En bij de 'Deurdedeurdeur'-belevenissen was dat méér dan nodig... Slaande deuren, gestamp tégen en gebonk óp de deuren: het was voortdurend van dat! Een deurenfabrikant zou er reclame mee kunnen maken!

Een dikke pluim dus voor de decorploeg van het KVT! Ze 'fabrikeerden' niet alleen een stevige deurenreeks, maar slaagden er bovendien in om de hele decorconstructie tijdens de pauze nog eens een hele slag te laten draaien ook... Goed gedaan, mannen!

Hoewel... mannen? Als je in het KVT-Voetlicht of in het programmaboekje leest, wie meewerkt in die decorploeg, zie je de namen van ene Jef, Carl, Eddy, Staf, Jean, Johan, John, Jan, Roel en Patrick... maar ook van ene… Mieke! Dus toch één kippetje in dat haantjeshok! Zoals bij het omgekeerde, ook goed voor 'peis en vree' in het team?

In elk geval slaagt deze decorploeg er telkens weer in - seizoen na seizoen - bij minstens vijf producties een prachtig, inventief, stemmig of sfeerrijk decor op het podium te plaatsen - na overleg met de respectieve regisseur van het stuk.

Een knap decor is onontbeerlijk om een goed toneelstuk tot zijn recht te laten komen. Sommige toeschouwers zullen zelfs al eens gezucht hebben: "Wat een knap decor! Toch jammer dat er acteurs zijn komen voor staan..."

Nagels met koppen!

Waar de sterre bleef stille staan
Waar de sterre bleef stille staan
Canto di nadie
Canto di nadie
Het fun-erarium
Het fun-erarium

Het heeft me altijd wat geïntrigeerd hoe het komt dat er mannen zijn die, elke week, een paar avonden willen besteden aan sleurwerk met decorstukken en meubels, met schilderen en behangen, timmeren en knutselen, vijzen en nagelen en al wat gedaan moet worden om de toeschouwers op zijn minst een fraai 'stabiel' tafereel aan te bieden. Antipode voor gelijk welk 'mobiel' tafereel, dat de acteurs er dan maar tussen spelen.

Kwatongen beweren anders wel dat er tussen deze decorbouwers lieden schuilen die thuis "geen poot" uitsteken - en dat er zelfs één bij is die op de schouders van zijn vrouw gaat zitten om een kapotte lamp te vervangen... En dan moet zij de man doen draaien door kleine pasjes in het rond te zetten, tot de lamp vastzit! Maar dat is roddel! Ik kan me immers inbeelden dat 'decorbouwen' een heel creatieve, zelfs quasi-artistieke hobby kan zijn waar stilisme, goede smaak en vakkundige handigheid met grote zelfvoldoening kunnen beoefend worden. Het blijft me verbazen hoe die decorbouwers - elk stuk weer - op de nochtans beperkte ruimte van het podium - een totaal andere wereld kunnen realiseren, met soms technisch erg vernuftige snufjes!

Verborgen talenten kunnen er zich trouwens zodoende ontwikkelen, dat ze deelgenoot worden van de realisatie van de écht tastbare, materiële podiumkunst, die een blijvende impressie teweegbrengt - daar waar het acteergebeuren op dat podium tot de 'vluchtigheid der vluchtigheden' behoort. Immers, eens het doek gevallen staat het decor er nog altijd. Terwijl de acteurs nog hoogstens het meubelstuk dat "den toog" heet, kunnen helpen staande houden...

De lintjes van meneer Schutz
De lintjes van meneer Schutz

Gekonkelfoes...

Omgekeerd zal het ook wel geregeld gebeuren dat intussen de decorbouwers - als de acteurs de vonken uit de planken aan het repeteren zijn -bij elkaar lafenis zoeken en er "nog ene drinken" op hun 'nagelvaste' kameraadschap. Daarbij zitten ze toch al wat te konkelfoezen hoe ze de acteurs en de regisseur best onder spanning kunnen zetten... liefst door pas op het allerlaatste moment - zo vlak vóór het doek voor de première opgaat - nog een kader te moeten ophangen, een deurklink vast te vijzen of een parlofoon of zo aan te sluiten. In 'Deurdedeurdeur' konden we leren hoe acteurs zich kunnen gedragen achter het decor - vóór een stuk aanvangt... Ongetwijfeld schrijf je voor hetzelfde geld een hilarisch stuk over de decorbouwers, als ze ijverig bezig zijn om 'een achtergrond' op de scène neer te poten! Living theatre!

In elk geval verdient de decorploeg van ons KVT veel meer waardering dan een loutere vermelding in het programmaboekje of in Voetlicht! Om zelf op het podium te komen en er jouw applaus in ontvangst te nemen zijn deze lieden echter veel te bescheiden. Zulk voetlicht schuwen ze dan weer, deze - neen, geen "zwartwerkers" - maar "schaduwwerkers"! Zou het niet passend zijn, mocht u al eens luid applaudisseren als het doek nèt is opgegaan - vooraleer acteurs jouw zicht op het decor afleiden? Het zou ze vast en zeker erg plezieren!

Ghetto
Ghetto
Pikant is plezant
Pikant is plezant
Yerma
Yerma
De parochie van miserie
De parochie van miserie
Een rits te ver
Een rits le ver
Jaja maar neenee
Jaja maar neenee