1940-1945 oorlogsjaren

De oorlogsperiode: toch spelen ondanks het verbod

Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zette een domper op de theateractiviteiten in de stad. Het Koninklijk Vlaams Toneelbestuur besliste om voortaan geen opvoeringen meer te geven. Ondanks de moeilijke omstandigheden en het feit dat de bevolking dagelijks werd geconfronteerd met de narigheden van de oorlog, meenden een aantal toneelminnaars dat men niet werkloos mocht blijven toezien hoe ons rijke cultuurleven teloorging. Daarom werd onder impuls van enkele atheneumleraars een nieuwe toneelkring opgericht, die "Elckerlijc" werd gedoopt. In deze tijdelijke groepering traden acteurs en actrices op van verschillende politieke en filosofische strekking. Desondanks hadden ze slechts één doel: de mooie bezigheid, die toneelspelen toch is, niet zomaar laten stilvallen. De raad van beheer was samengesteld uit Frans Zaenen (voorzitter), Frans Beelen (secretaris) en Louis Dans (penningmeester). De leden waren onder andere Willy Volders, Albert Vanaudenhove en Fernand Bekaert. Het was niet evident dat men meewerkte aan deze opvoeringen. Al gauw werden er immers verbanden gelegd met zaken die niet aan de orde waren. Was het collaboratie of net het omgekeerde? Beide onterechte verdachtmakingen hadden, al naargelang de periode, een nefast gevolg voor de deelnemers....

Tijdens de oorlog werden in zaal Casino gastvoorstellingen gegeven, die werden georganiseerd door het stadsbestuur. Zo was "Het Volkstoneel" uit Brussel op 16 juli 1942 te gast met "Tijl Uilenspiegel" naar het werk van Charles De Coster. De regie was in handen van Renaat Grassin. In het stuk speelden ondermeer Vic Moermans en Piet Savenberg. Het "Antwerps Volkstoneel" speelde op 11 juli en 1 augustus 1943 "De notabelen van het kraaiennest", een overjaars stuk van Kotzebue. De vertoningen vonden plaats in het openluchttheater en stonden onder leiding van Karel Devocht. In september 1944 werd Diest bevrijd. Elckerlijc hield op te bestaan, maar het doel was bereikt. De oorlogsjaren, of toch een gedeelte ervan, waren niet onbenut gebleven. Onder de kundige leiding van Frans Bekaert hadden de acteurs zich verder kunnen bekwamen, terwijl een groep jongeren de nodige toneelervaring had opgedaan om zich bij de rangen van de vroegere toneelkringen te voegen. In november 1945 was het Koninklijk Vlaams Toneel weer zover dat ze kon optreden. Na een onderbreking van meer dan vijf jaar ging de vereniging van start met "Millioenen ter beschikking". Een nieuwe wind waaide door het Koninklijk Vlaams Toneel.

Lees het volledige hoofdstuk